Op 24 juli jl. is er vonnis (in eerste aanleg) gewezen door de Rechtbank Midden-Nederland in de zaak tussen Sena en Ziggo die draait om de vraag of Ziggo een vergoeding moet betalen voor het uitzenden van audiovisuele werken/synchronisaties, d.w.z. combinaties van beeld en muziek (fonogrammen). Volgens Ziggo maakt het Atresmedia arrest van het Hof van Justitie EU uit 2020 dat Ziggo geen enkele vergoeding meer aan naburig rechthebbenden zou hoeven te betalen bij de doorgifte van programma’s van buitenlandse omroeporganisaties op basis van artikel 7 van de WNR. Om die reden is Ziggo sinds 1 april 2022 met de betalingen aan Sena gestopt en claimde Ziggo dat in het verleden betaalde vergoedingen terugbetaald zouden moeten worden door Sena.
De rechtbank heeft in juli geoordeeld dat Ziggo geen vergoeding (meer) hoeft te betalen op grond van artikel 7 WNR (openbaarmaking van commerciële fonogrammen) voor de uitzending van synchronisaties, omdat het Atresmedia arrest dit artikel buiten werking zou hebben gesteld. Dat geldt ook voor artikel 6 van de WNR, waarin de fonogrammenproducent het uitsluitend recht heeft om toestemming te geven voor (her)uitzenden van het fonogram of de reproductie daarvan.
Sena kan volgens de rechter echter wel een beroep doen op artikel 2 WNR, dat uitvoerende kunstenaars/artiesten beschermt en het recht geeft om toestemming te verlenen voor de uitzending van hun uitvoering. Ziggo maakt dus inbreuk op de rechten van de uitvoerende kunstenaars/artiesten door zonder toestemming programma’s uit te zenden waarin hun muziek is verwerkt.
Kort samengevat: de rechtbank heeft in juli 2024 geoordeeld dat Ziggo geen vergoeding hoeft te betalen op basis van artikel 7 WNR, maar wel op basis van artikel 2 WNR voor uitvoerend artiesten. Om die reden is Ziggo vanaf 1 april 2022 de helft van de vergoeding op grond van de kaderovereenkomst verschuldigd. De restitutieclaim van Ziggo over de periode voorafgaand aan april 2022 is afgewezen.
Wat nu? De verwachting is dat partijen in hoger beroep gaan. Sena is deels tevreden met de uitkomst in eerste aanleg, maar is het oneens met de manier waarop in dit vonnis uitleg wordt gegeven aan de gevolgen van het Atresmedia arrest op de (uitleg van de) Nederlandse wetgeving.