Homage To One Who Has Flown Away

Patrieck Bonnet

Dit album is een eerbetoon aan de composities van mijn grootvader Karel van Dijck. Hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij in 1951 met onderscheiding cum laude zijn diploma klarinet behaalde. Hij werd solo klarinettist bij de Marinierskapel der Koninklijke Marine. Later was hij Kapelmeester van onder meer de Marine Luchtvaartdienst Kapel, Militaire Kapel van Suriname, de Koninklijke Militaire Kapel en Het fanfarekorps der Genie te Vught.
Hij maakte ook naam als componist voor harmonie- en fanfareorkesten. Zijn eerste compositie Drie Inventionen (als Three Inventions op dit album) met als tweede deel een van de eerste jazzfuga’s voor harmonieorkest wordt beschouwd door muziekcritici als een compositie die een ommekeer inzette in de blaasmuziek en beleefde in 1963 zijn première tijdens het Holland Festival in het Kurhaus in Scheveningen.

Mijn opa was een man met vele muzikale kwaliteiten. Maar ook een man met vele gezichten. Hij is overleden toen ik ongeveer 3 was. Ik heb hem niet gekend. Mijn opa en oma waren eerder gescheiden en zoals in die tijd vaker gebeurde verbrak daarna het contact tussen opa en de familie. En al heb ik hem dan niet gekend, ik heb toch wel altijd het gevoel gehad van hem als een soort gids; dat hij me heeft geholpen met de muziek. Dat bleek ik goed aan te voelen, zo werd duidelijk tijdens de regressietherapie die ik volgde tijdens mijn conservatoriumstudie. Het leek alsof hij na zijn overlijden een soort van is blijven plakken en dat kwam in die regressie ook naar voren. Daar kwam ook een sterk gevoel van eenzaamheid vandaan, waar ik toentertijd last van had. Een gevoel dat je je niet verbonden voelt met je omgeving. Natuurlijk voel je je eenzaam als je je familie niet meer kunt zien. Hij is aan een hartaanval overleden, in een keer weg, heeft dus zaken niet kunnen afronden. Dat heb ik kunnen verwerken tijdens die therapie.

Het is een lange weg geweest vanaf het moment, ik was 9 of 10 jaar, dat ik zei: ‘Ik wil saxofoon spelen’, tot het uitbrengen van dit album. Ger Ruitenbeek, een klassiek geschoold klarinettist en mijn eerste docent, zag in mij een saxofonist. Vanaf dat moment wist ik: ik word later muzikant. Ger heeft me geleerd om te durven spelen maar toch vooral: doorzetten, niet opgeven.

Toen ik besloot dat ik naar het conservatorium wilde, ben ik naar jazz gaan luisteren. Marc Scholten, waar ik een proefles bij heb gedaan, zei: ‘Ga maar luisteren naar Paul Desmond, Cannonball Adderley, Charlie Parker, Stan Getz en Sonny Rollins’. Ik luister nog steeds naar Stan Getz en Paul Desmond en Charlie Parker. Wat minder naar Solly Rollins, maar wel weer vaak naar Hank Moby en Dexter Gordon. Dat zijn nog steeds mijn favorieten.
Op het conservatorium in Zwolle ontmoette ik Sjoerd Dijkhuizen. Hij adviseerde me een ander mondstuk te zoeken om jazz te gaan spelen en te leren improviseren. Sjoerd heeft me toen min of meer onder zijn vleugels genomen en daar ben ik hem nog steeds heel erg dankbaar voor. Later op het conservatorium in Den Haag heb ik lessen gevolgd bij John Ruocco en Toon Roos.

Pas in het laatste jaar in Zwolle ontdekte ik de composities van mijn grootvader. Ik oefende ook nog wel piano en zat te zoeken naar bladmuziek in de pianokast thuis en toen kwam ik de Suite Antiqua tegen waarmee dit album opent. Het eerste deel, het menuet, heb ik ook op mijn eindexamen gespeeld.
Op het conservatorium in Den Haag vroegen ze naar mijn vijfjarenplan. Het antwoord daarop was: met mijn eigen band stukken van mijn opa spelen en eigen stukken. Dat is nu vijf jaar geleden, en dat heb ik niet zo exact gepland; dat is gewoon zo gelopen.
Gaandeweg ben ik partijen gaan uitzoeken en heb ik opnamen geprobeerd te achterhalen. Ik heb ook beeldmateriaal gezien van het Nederlands Militair Historisch Instituut. Daardoor ging mijn interpretatie van de stukken veel meer leven, qua sfeer, hoe je de instrumenten verdeelt en welke stemmen je weglaat bij een kwintet bezetting. Dat was best nog een puzzel, zeker bij de Partita Capriccioso.

Ik weet niet of ik deze plaat had gemaakt als hij nog in leven zou zijn. Hij had waarschijnlijk gezegd: ‘Joh, ga je eigen weg’. Ik veronderstel dat hij wel blij en trots zou zijn. Wat dat betreft vind ik het jammer dat ik nooit een gesprek over muziek met hem heb kunnen voeren of bijvoorbeeld over mijn tijd en ontwikkeling op het conservatorium. Gek hoe je iemand kunt missen zonder dat je hem ooit hebt ontmoet. Door het maken van Homage to One Who Has Flown Away heb ik mijn opa hervonden en mijn eigen stem gevonden.

Den Haag, juli 2021
Patrieck Bonnet

Bezetting

Homage to One Who Has Flown Away
©℗ 2021 ZenneZ Records ZR2108023
EAN/ISBN 978-94-92961-64-8

1. Suite Antiqua – Menuet
2. Suite Antiqua – Air
3. Suite Antiqua – Passe Pied
4. Three Inventions – I
5. Three Inventions – II Fugue
6. Three Inventions – III
7. Orange Glow
8. Partita Capriccioso I
9. Partita Capriccioso II
10. Homage To One Who Has Flown Away

Track 1-6, 8, 9 gecomponeerd door Karel van Dijck – gearrangeerd door Patrieck Bonnet
Track 7, 10 gecomponeerd door Patrieck Bonnet

Patrieck Bonnet – Saxofoon en klarinet
Suzan Veneman – Trompet en Bügel
Timothy Banchet – Piano
Cas Jiskoot – Contrabas
Jasper Hilgerink – Drums

INFO
John Weijers info@zennezrecords.com / 06 2703 7306
Patrieck Bonnet patrieck.bonnet@gmail.com / 06 5217 5887