Dit programma is het vervolg op twee eerdere CD-projecten met Tsjechische muziek, “Whispering Leaves” (COBRA0069) en “Fenêtre sur le jardin” (COBRA0070). Deze keer gaat het om Kerstmis (“Vánoce”). Weer met een aantal wereldpremières van prachtige muziek die onterecht in vergetelheid is geraakt.
Soms ontstaan er projecten die alsmaar groter en langer worden. Dit gebeurde mij met de Tsjechische muziek na de CD “Whispering Leaves” die celliste Lucie Štěpánová en ik in 2017 uitbrachten met stukken van Janáček, Páleníček en Martinů. Tijdens het werken aan deze opname begon ik ontzettend veel te beluisteren en te lezen, en heb ook heel veel andere Tsjechische muziek gespeeld. Daardoor raakte ik enorm gefascineerd door deze muziek.
De directheid, de eerlijkheid van expressie ervan spreekt me ontzettend aan. Het is een soort muziek die je nu, op dit moment, direct ervaart, niet alleen als uitvoerder, maar ook als luisteraar. Je staat midden in het verhaal. Het is fascinerende muziek, maar vreemd genoeg valt er nog veel te ontdekken. De prachtige muziek van Jaroslav Kvapil bijvoorbeeld is vrijwel vergeten.
“Kerstavond” en “Kerstdroom van een kind” van Josef Suk brengen heel verschillende kerstsferen. De stukken zijn psychologisch subtiel, veelstemmig en harmonisch complex, maar toch altijd melodieus, oprecht en gulhartig.
De cyclus “Vánoce” van Jaroslav Kvapil is de eerste wereldpremière op deze CD. Volgens Ludvík Kundera, is het “niet alleen het meest persoonlijke werk van Kvapil, maar tegelijkertijd de uiting van een vurige levenservaring vol lyrische schoonheid”. Hier bloeit Kvapils spontane muzikaliteit, zijn onuitputtelijke melodische creativiteit en natuurlijke muzikale intuïtie. De directheid en intensiteit waarmee hij zijn emoties uitdrukt doet sterk denken aan de compositiestijl van zijn leraar Janáček.
De drie korte karakterstukken “Arreslee”, “Wiegelied” en “Kerstlied” van Bohuslav Martinů geven de sfeer van de Kersttijd weer met wat daarbij hoort: sneeuwpret in een slee, een kinderwiegelied met toverachtige klokken die steeds feestelijker worden en een vrolijke kersttocht met dans en gezang.
Samen met Suk was Vítězslav Novák de bekendste leerling van Dvořák en een van de belangrijkste Tsjechische componisten van het begin van de 20e eeuw. Op deze CD staan twee werken van hem. De “Liederen van winternachten” zijn zeer afwisselend: na een liefdevolle maannacht komt een stormnacht, na een mystieke kerstnacht een burleske carnavalsnacht. De “Kerstsonatine” draagt een warm lyrisch, en dansend karakter. In het tweede deel gebruikt Novák een oud lied uit de tijd van Jan Hus, dat tijdens Driekoningen werd gezongen.
Een van Nováks beste leerlingen was Jaroslav Křička. Zijn cyclus “Intieme stukken”, de tweede wereldpremière, was een cadeautje voor Kerst 1912 aan ene Růža Pluhařová. Het is eigenlijk een liefdesverklaring in tonen. De intensiteit van de lyrische uitdrukking stroomt hier vanaf begin tot het einde.
Het laatste stuk, “Christus is geboren” van Leoš Janáček is een charmante en zachtmoedige pianobewerking van een zeer bekend Tsjechisch Kerstlied uit de 15e eeuw.